vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro


Ark gevraagd


in het begin is er de vruchtbare aarde
van onschatbare waarde
zojuist geboren
de gong is nog te horen
wonderlijk schoon
pril en kwetsbaar
elke vorm nog denkbaar
zwanger van nieuw leven
je voelt de grond nog beven
niets valt er uit de toon


aan de horizon een laaiend vuur
geloei van een vulkaan
rivieren stromen
wolken gaan en komen
geruis van wind in statig hoge bomen
golvend duinland gaaf wit strand
een volgeladen zee van onbedwingbaar water
bomvol energie voor nu en later


de aarde die ons baarde zij was ons welgezind
wij hebben haar onze moeder

gekoesterd als een kind
bezaaid, beplant, bewoond,
en zij heeft ons elke dag beloond


en hoe je het ook wendt of keert
in de loop van ons verhaal staan wij zelf centraal
ver weg van onze  bron
alsof het leven bij ons begon
wij zijn er nog maar net
en hebben de wereld op zijn kop gezet

moeder aarde geëxploiteerd
en schaamteloos onteerd
geen bron is veilig
geen wet is heilig voor onze behoefte aan status, geld en macht


losgeslagen en op drift geraakt
hebben wij de wereld tot een rovershol gemaakt
waar niemand dan de markt regeert
waar alleen het grote wordt geëerd
waar volgens de les van het CBS
de beurzen beter lopen
als wij maar voldoende kopen
waar je als mens wordt genegeerd
tenzij je volop consumeert
alleen wie zich aanpast overleeft
of je moet nog iemand vinden die om je geeft

wie doet ons wat
de zondvloed is geweest
wij vieren het grote feest
en als de aarde is uitgeput
is niemand meer van nut


ik zie de rode paarden rijden
de laatste giganten strijden
om de laatste resten energie
die wij verstoken in de rollercoasters
van een dodelijke economie
en wij zullen geen wapen mijden


de aarde laten wij achter, in grote nood
vergeven door fall-out, verwoest en ledig
en niemand meer die om haar rouwt


vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro