Op de fiets
fietsend door het Friese land
smalle wegen smalle dijken
langs groen overheersend land
dan weer open
dan weer door boomwallen omrand
de zon schittert in mijn ogen
en overal vogels in de lucht
hoog zwevend op thermiek
of luid schreeuwend op de vlucht
en een kilometer later
hoor ik het gesnater
tussen riet en water
en even zie ik een glimp
uit de tijd van mijn vroege leven
beelden uit mijn jeugd
vanaf het kinderzitje voor aan het stuur
het doet mij deugd
jij fluistert in mijn oor de nieuwe zinnen
mijn fantasie gaat ermee vandoor
ik ga een nieuw gedicht beginnen
vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro
