vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro


Radeloos


ik ben radeloos
ja, ik ben zeer belezen en hooggeleerd
ken alle filosofen
wetenschappers hebben bij mij gelogeerd
werkelijkheid en fictie
leggen bij mij hun geheimen neer
maar op het kruispunt van mijn leven
weet ik het niet meer


ik bezweer al de slangen die ik zie
bestudeer de geesten van de tijd
en raadpleeg de zielen van doden
ik lees de sterren en planeten
bezoek priesters en profeten
loop honderd kerken plat
maar op het kruispint van mijn leven
gaapt een groot zwart gat


na een speurtocht met Google
op raad wijsheid en lot
erken ik mijn falen
en maak een afspraak met God


op audiëntie in zijn werkkamer
kijkt hij mij glimlachend aan
en vraagt respecteer jij mijn waarheid
verrast en hoopvol zeg ik gretig ja
hij brengt zijn hand naar zijn borstzak
en laat mij dobbelstenen zien

ik snap niet waar hij heen wil
hij werpt de stenen in een kristallen schaal
kijk zegt hij daar ligt je lot
ik stamel zo kan ik het ook
hij lacht opnieuw maar zegt geen woord


dan dringt het tot mij door
de paradox van de orakelstenen
zijn ironie neemt bezit van mijn gezicht
als blijk van dank schrijf ik dit gedicht
en reis naar huis

verlicht


vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro