vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro


Mannetje


ik ben de aanfluiting van Adam
eens de grote tuinman
kind aan huis bij God
tot het tijdperk van Eva
kroon op Zijn schepping geweest


ik ben de opvolger van het beest
de eersteling van het menszijn
na de misstap met Eva,
de zin van mijn manzijn,
op een voetstuk gezet
nadat zij even niet had opgelet
zo listig verleid door die slang


in evolutie van lager rang
in de nacht haar minnaar
in wezen haar dienaar
voor God haar man
verscheurd door onmacht
opgejaagd door testosteron
recept voor een tikkende bom
dwing ik mijn gezag af met geweld
nadat ik als Kaïn mijn opties heb geteld


mijn ogen staan nu woest en ledig
in een hoofd vol shit
op elke voetbaltribune zie je mijn gezicht
en tussen de drugsrunners van Maastricht
en je ziet mij in mijn streepjespak
vol opgefokte trots
boven op de apenrots
ik steel er de show
ik streel er mijn opgezwollen ego


maar diep in mijn geheim
achter mijn masker
van aangemeten dominantie
en aangeleerde arrogantie
aanbid ik jou Eva
als hoger wezen
zo bedreven in het leven
zo kwetsbaar
zo begeerlijk
zo onbereikbaar
tot jij je geeft


nee
ik kan niet aan jou tippen


vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro