vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro


Tijdreizen


ik wil op reis
niet naar de toekomst
naar het verre verleden
de Neanderthaler zien
ik wil hem horen spreken
lachen en grommen nog misschien
ik wil zijn moed zien in de strijd
en hoe hij omgaat met tijd
de werkplaats wil ik zien

waar hij zijn wapens maakt

ik wil zien hoe zij omgaat met de kinderen
de inrichting van de grot waar zij wonen
en haar ideeën horen over god
of zij Kaïn en Abel nog kent
aan wie van die twee zij verwant is
en of er een verband is met de mens
maar ik heb de moed niet
deel te nemen aan hun lot
ik wil slechts waarnemen
in die oeroude tijd

nu realiseer ik mij
dat ik al jaren naar het leven kijk
vol risico en gevaar
zonder te weten wie wij zijn
en wat ons zo bezig houdt
ik verbaas mij dat wij niet omkomen
in die rusteloze complexiteit
gevangen in afhankelijkheid
en ook nu aarzel ik mee te doen
als Neanderthaler van toen


vorig gedicht | volgend gedicht | leesvolgorde | op alfabet | intro